Daarginds aan de bosrand stond alweer zo’n enorme tamme kastanje. Dwalend door de bossen van le Haut Folin in de Franse Morvan, kwam ik deze reuzen in alle soorten en maten tegen. Ik viel voor de trotse overlevers; bomen die gekliefd na een blikseminslag of half verrot door de regen, stug doorgroeiden.
Dit was een bijzonder exemplaar. Uit de voet van de boom rezen een stuk of vijf kleinere bomen. Zo te zien was de boom ooit geplant voor de productie van hakhout voor palen en hekwerk. Wanneer de scheuten de juiste dikte hadden, werden ze gekapt. Eenmaal aan zijn lot overgelaten, restte de boom niets anders dan de scheuten groot te laten worden.
Moederboom
De voet van de boom stak een stuk boven de grond uit en ik bedacht dat de moederboom met gemak een omtrek van vijf meter haalde. De boom was ouder dan Napoleon, of Lodewijk XVI. Boer Jean zou het verder ‘une saucisse’ wezen, hij was met zijn tractor naar boven gereden en had in de stam degelijke ijzeren ogen gedraaid voor de afrastering van zijn weiland.
Verderop ontdekte ik ook grillige beukenformaties, restanten van oude vlechtheggen. Uit de tijd vér voor boer Jean, toen er nog geen prikdraad was om het vee binnenboord te houden. Door de bemoste bomen en het gefilterde licht kon ik me makkelijk voorstellen dat hier bosfeeën en andere mysterieuze wezens leefden. Ik keek toch net even wat vaker achterom…
Romeinen
Later las ik dat de Romeinen de tamme kastanje naar deze streken brachten, zo rond 200 voor Christus. Tamme kastanjes vormden eigenlijk de voedselbossen ‘avant la lettre’, voor de bevolking lange tijd bittere noodzaak.
Dit waren geen sprookjesbossen, maar bossen vol echte mensenverhalen.
👉 Ik vond online meer informatie over de tamme kastanje en ‘hakhout’. En weet nu waar het woord ‘telg’ vandaan komt. Check Bosrevue 4 – Hakhoutbeheer vroeger en nu.
Wat nou als jij geen sprookjes wilt vertellen? En liever gewone verhalen schrijft waarin iedereen zich kan vinden? Ook dan help ik je graag! Mijn contactgegevens vind je hier ↓